Braken en diarree

Braken en diarree bij honden en katten zien we in de praktijk bijna dagelijks. De ernst van deze klachten kan sterk variëren. Soms kun je afwachten, soms kun je het herstel zelf bevorderen met eenvoudige maatregelen, soms is de hulp van een dierenarts nodig en soms moet een dier met spoed onderzocht en behandeld worden.

Braken en diarree hoeven niet altijd tegelijkertijd op te treden. Er kan ook sprake zijn van alleen braken of alleen diarree. Er zijn veel besmettelijke en niet besmettelijke oorzaken mogelijk. De klachten kunnen ontstaan door problemen van het maagdarmkanaal of andere organen in de buikholte, maar ziektes buiten het maagdarmkanaal komen ook geregeld voor.

Het is niet altijd makkelijk aan te geven of en in hoeverre klachten spoedeisend zijn. Wat veel voorkomt en wat u zelf vaak kunt helpen oplossen is de situatie waarbij een volwassen hond of kat buiten iets verkeerds heeft gegeten of ander voer heeft gehad dan gebruikelijk. U neemt bijvoorbeeld dan het volgende waar:

Het dier heeft sinds maximaal twee dagen diarree. De ontlasting is  waterig, maar bevat geen bloed. Het is levendig en braakt niet of nauwelijks. De temperatuur is normaal, dus tussen 38,0 en 39,0. Wat kan helpen is om gedurende enkele dagen de voeding aan te passen. Daar worden diverse methoden bij gehanteerd. Het eenvoudigst is om vaker per dag, zeg vier tot zes keer, kleine beetjes eten aan te bieden. Dat kan de kant en klare droge voeding zijn die het dier normaal ook krijgt. Wat ook veel wordt gedaan is het aanbieden van licht verteerbare en stoppende voeding. Dat bestaat kant-en-klaar, maar u kunt het ook zelf bereiden uit bijvoorbeeld gekookte kip, gekookte witte rijst, witbrood, beschuit, zacht gekookt ei, etc. Is het dier de afgelopen drie maanden niet ontwormd? Dan is ook een antiwormmiddel te overwegen. Binnen één à twee dagen moet de situatie verbeteren. Wordt het dier lusteloos? Gaat het dier meer braken? Verergert de diarree? Ziet u bloed in de ontlasting? Twijfelt u over de ernst van de klachten? Uitdroging, verzuring, elektrolietenverlies en shock kunnen tot een ernstige situatie leiden. Voor het zover is kunt u het beste met de praktijk contact opnemen.

In alle andere gevallen dan hierboven beschreven is het goed te overleggen met de praktijk. Sommige factoren of verschijnselen kunnen erop wijzen dat extra zorg en aandacht nodig is of dat we te maken hebben met een spoedgeval. Een paar voorbeelden:

  1. De ontlasting en/of het braaksel bevat bloed.
  2. Een hond vertoont onrust, "loos" braken en de buik wordt dikker. Er zou sprake kunnen zijn van een maagverwijding of -draaiing. Dit is een spoedgeval van de eerste orde.
  3. Het dier is lusteloos.
  4. Het betreft een pup of kitten van hooguit enkele maanden oud.